‘Studenten hebben vaak niet door wat er achter de schermen allemaal gebeurt’

Student Applied Physics Giulia van Rossem zat tijdens de cyberaanval in een bijzondere positie. Ze was net begonnen als lid van de onderwijscommissie van de Universiteitsraad namens Groep-één. Deze commissie, met daarin drie personeelsleden en zes studenten, fungeerde tijdens de cyberaanval als klankbord voor de genomen onderwijsmaatregelen. “Het was een leuke vuurdoop”, zegt Van Rossem.
Van Rossem was op zondag 12 januari op de ý-campus aan het werk aan haar bachelor eindproject. “Opeens werd in de ochtend omgeroepen dat het internet eruit lag. Met excuses en dat ze niet wisten hoe lang het zou gaan duren. Rond lunchtijd hoorden we dat het niet om een klein internetprobleem ging, maar om een cyberaanval.”
De dag erna had ze een introductiedag voor de Universiteitsraad, waar ze op 1 januari was gestart. “We kregen meer informatie over de aanval en de boodschap was dat er online op de ý even niks gegarandeerd werkt. Dit was serieus. Toen begon het circus te draaien en werd duidelijk dat de cyberaanval mijn focus zou worden voor de komende week.”
Advies geven
De leden van de onderwijscommissie van de U-raad fungeerden vanaf dat moment als adviesorgaan voor ý and Student Affairs (ESA) en het crisisteam van de ý. “Op één persoon na waren alle studenten nieuw in de onderwijscommissie. Ik begon net in de U-raad en zat al meteen in een toetsingsplatform voor maatregelen die studenten aangaan. Ik vond het spannend, maar iedereen stortte zich er vol in, hielp en dacht mee. Dat gaf veel vertrouwen.”
Ik vond het spannend, maar iedereen stortte zich er vol in, hielp en dacht mee. Dat gaf veel vertrouwen.
Giulia van Rossem
De belangrijkste missie was ervoor te zorgen dat het onderwijs zo snel mogelijk kon doorgaan. Het werd duidelijk dat de tentamens verplaatst moesten worden. “Dat moet je eerst doen, daarna kun je de gevolgen daarvan weer aanpakken. In discussies merkten we dat de focus in het begin op studenten lag, maar we kwamen er gaandeweg achter dat de werkdruk voor docenten ook groeide door de maatregelen die genomen werden. Daar moest ook oog voor zijn.”
Link naar studenten
Van Rossem won regelmatig advies in bij de onderwijscommissarissen van de studieverenigingen van de universiteit. “Zij zijn de meest direct link naar studenten, wanneer je input moet verzamelen voor een advies over een voorgenomen besluit. Ze reageerden ontzettend snel en behulpzaam, dat was fijn. En natuurlijk praatte ik ook met vrienden over de situatie om hun mening te horen.”
Die meningen werden verwerkt in adviezen die weer naar ESA gingen en van daaruit naar het crisisteam. Aan het einde van elke dag werd via de website van de universiteit gecommuniceerd wat er ging gebeuren. “Het was een proces waarin dagelijks snel keuzes gemaakt moesten worden.”
Ieder zijn eigen perspectief
“Goed overbrengen waaróm je iets doet, is vaak lastig. Ik merkte dat veel studenten niet door hadden wat er achter de schermen allemaal gebeurt en speelt. Iedereen keek naar zijn eigen situatie en reageerde vanuit dat perspectief op de maatregelen: ‘Ik heb een wintersport gepland, waarom zeggen ze daar niks over?’. Ze hadden geen flauw idee dat elke beslissing door zoveel partijen getoetst moest worden, zoals bij de examencommissie en de programmamanagers van de opleidingen.”
“Met de onderwijscommissie hebben we aangekaart dat studenten zich niet altijd gehoord voelden. We hebben een lijst met punten naar ESA gestuurd wat er beter zou kunnen voor de studenten. Toen we hoorden dat studenten een petitie hadden gestart met dezelfde vragen als wij hadden ingediend, voelde dat wel een beetje demotiverend. Daar waren we al mee bezig, maar dat wisten zij natuurlijk ook niet.
De balans vinden tussen mensen willen informeren en onnodig onrust veroorzaken is lastig, heb ik gemerkt.
Giulia van Rossem
“Als je actief meewerkt aan het oplossen van de problemen, heb je door hoe hard er gewerkt wordt. Ik zou het misschien ook heel stressvol hebben gevonden, als ik er niet midden in had gezeten en wist wat er aan de hand was. De balans vinden tussen mensen willen informeren en onnodig onrust veroorzaken is lastig, heb ik gemerkt.”
“Ik heb vooral geleerd dat we heel goed snel kunnen schakelen en samenwerken als het nodig is. We wilden allemaal de best mogelijke oplossingen vinden en ik denk dat we die hebben gevonden. Ik hoor nog maar weinig negatieve geluiden over de cyberaanval in dit nieuwe kwartiel van studenten.”