ý-onderzoekers krijgen ‘draagbaar’ harde röntgenapparaat aan de praat

27 november 2024

Na jaren van onderzoek is het team van ý-wetenschappers Jom Luiten en Peter Mutsaers erin geslaagd om met een ‘draagbaar’ apparaat nauwbandige en verstembare harde röntgenstraling van hoge kwaliteit op te wekken

Het ý team in het lab met hun compacte röntgenbron. Van links naar rechts Coen Sweers, Peter Mutsaers, Jom Luiten en Ids van Elk. Foto: Bart van Overbeeke

Wat begon als de wens om beter in schilderijen te kunnen kijken met zogeheten harde röntgenstraling, d.w.z. met golflengtes kleiner dan een nanometer, leidt nu tot een ongelofelijke prestatie van een team van onderzoekers onder leiding van Jom Luiten en Peter Mutsaers. Met hun kleine ‘synchrotron’, van anderhalf bij drie meter groot  in plaats van een heel gebouw, wekten zij succesvol harde röntgen op in een heel smal golflengtebereik. Die röntgenstraling kan ook nog eens precies worden afgestemd op het materiaal dat je wil bestuderen. Dat dat lukt met een bron van deze afmetingen is uniek in de wereld. De reis naar deze mijlpaal leest als een jongensboek.

Op een vrijdagmiddag in september wordt Jom Luiten, hoogleraar Coherence and Quantum Technology, gebeld vanuit het lab met de woorden “Jom, je moet nú naar het lab komen!”. Het telefoontje kwam van zijn promovendi en die nog in de kelder van Qubit aan het werk waren. Collega Peter Mutsaers had de pech net op vakantie te zijn.

En bij aankomst in het lab aankomst werd snel duidelijk wat de aanleiding was: het compacte röntgenapparaat, dat nauwbandige en verstelbare harde röntgenstraling kan maken, wérkt! Reden genoeg voor grote blijdschap en een snel bericht op maandag naar alle leden van het .

Ids van Elk (links) en Jom Luiten buigen zich over de opstelling. Foto: Bart van Overbeeke

De reden van die grote blijdschap? Daarvoor moeten we terug naar de start van het onderzoek. De reis begon, niet helemaal karakteristiek voor onze universiteit, met een schilderij.

De laagjes van een schilderij zien

 is verbonden aan de TU Delft en heeft grote bekendheid verkregen met de ontdekking van overschilderde voorstudies van Van Gogh, Rembrandt en Magritte. 

Met zijn werk zijn wereldberoemde schilderijen teruggevonden, en kreeg hij bekendheid met de röntgenanalyse van het schilderij ‘Grasland’ van Van Gogh waaronder een mogelijke studie van de ‘Aardappeleters’ is teruggevonden.

Met zijn wens om met röntgenstraling in schilderijen te kunnen kijken, kwam hij via de KNAW in contact met Jom Luiten. Röntgenstraling geeft de mogelijkheid om onder het oppervlak van schilderijen, of andere kunsthistorische of archeologische voorwerpen te kijken. 

De belofte van deze nieuwe röntgenbron is dat je de chemie en structuur van verflagen met veel hogere resolutie kunt onderzoeken. Dat biedt bijvoorbeeld de kans om individuele, verborgen verflagen van een schilderij zichtbaar te maken.

Omdat het om een compacte röntgenbron gaat, is deze in principe ook inzetbaar in een museum. Dat geeft een enorme kans voor onderzoek aan museaal erfgoed.

Luchtfoto van de European Synchrotron Radiation Facility (ESRF) in de Franse stad Grenoble. Foto: iStock / Gregory_DUBUS

Een synchrotron in zakformaat?

Om in de lagen van schilderijen te kunnen kijken, heb je dus een andere röntgenbron nodig. Die zocht Dik! Maar apparatuur die dergelijke nauwkeurig verstembare röntgenstraling kan opwekken, staat nog nergens in een ziekenhuis of museum.

Sterker nog, dat kan op dit moment alleen met een synchrotron. En zoals de naam al doet vermoeden, hebben die grote ronde synchrotrons (zoals het ESRF in Grenoble) enorme afmetingen. Bovendien zijn zij vreselijk duur om te bouwen en daardoor eigenlijk altijd volgeboekt voor onderzoek. Niet geschikt om in een museum even een nieuwe aankoop en al helemaal niet de hele collectie te scannen.

Al pratende met Dik kwam Luiten op een aantal goede ideeën om een kleiner apparaat te bouwen dat óók verstembare, nauwbandige harde röntgenstraling kan opwekken en dan ook nog met een behoorlijk hoge intensiteit. En dan met een opstelling ter grootte van een optische labtafel in plaats van een enorm gebouw.

Een apparaat van dergelijke afmetingen past in een labruimte van gemiddelde grootte en in principe zelfs in een zeecontainer. Een gebouw hoeft dus niet verbouwd te worden om het erin te krijgen. Met dat formaat kan het apparaat zelfs aan het plafond hangen om productieprocessen te volgen.

In de wereld van grote synchrotrons is deze lineaire röntgenbron praktisch van zakformaat. Luiten: “En we hebben zelfs ideeën hoe we het instrument nog compacter zouden kunnen maken.”

Hoe werkt deze compacte, lineaire röntgenbron?

Er zijn op dit moment twee röntgenbronnen die veel gebruikt worden: relatief zwakke bronnen (zogenaamde röntgenbuizen, gebruikt in het ziekenhuis en bij de tandarts) en enorm krachtige (synchrotron). Daar komt nu een middenklasser bij met de nieuwe compacte lineaire bron van Jom Luiten en zijn team. De klassieke röntgenbuis is gebaseerd op 19e-eeuwse technologie die inmiddels dus ruim honderd jaar oud is.

Röntgenstraling wordt gegenereerd door snelle elektronen hard op en neer te ‘schudden’. Daar zijn verschillende trucs voor: in een röntgenbuis worden de elektronen abrupt afgeremd in een materiaal, terwijl in het synchrotron de elektronen extreem hard door de bocht gaan in een sterk magneetveld.

Bij de bron op de ý trillen de voortrazende elektronen in het veld van een intense laserpuls. “Het natuurkundige principe waarmee de elektronen heen en weer schudden, is wel hetzelfde als bij een grote synchrotron, of ze dat nu op kilometer- of micrometerschaal doen”, legt Luiten uit.

Door te werken met een zeer compacte lineaire bron, accepteert het team een lagere intensiteit dan in een ronde synchrotron. Zo racen de deeltjes in deze lineaire bron met 99,995 procent van de lichtsnelheid en doen ze dat in de grote versies (zoals ESRF) met 99,9999995 procent van de lichtsnelheid. En het is juist de zeer compacte deeltjesversneller die deze röntgenbron zo uniek maakt.

Luiten: “Dit mid-range vermogen maakt deze bron ook zo geschikt om in schilderijen, silicium wafers of biologisch materiaal te kijken, zonder het te beschadigen. Daarnaast is deze bron bijzonder omdat de energie van de röntgenstraling heel nauwkeurig af te stemmen is op het materiaal dat je wilt detecteren. In feite kun je hem ‘tܲԱ’ om elk gewenst element van het periodiek systeem in beeld te brengen. Daarnaast is de lichtbundel behoorlijk coherent. Juist daardoor zijn de metingen die je ermee kan doen van grote nauwkeurigheid.”

Naast het onderzoek van het Smart*Light 2.0 consortium wordt er op nog een stuk of vijf plaatsen op de wereld gewerkt aan een compacte ‘middenklasse’ röntgenbron. Maar geen daarvan heeft een deeltjesversneller die zo compact is als deze en waarvan de energie zo snel en eenvoudig kan worden gevarieerd.

Op de afbeelding is te zien hoe de golflengtes van het licht verschillende materialen en objecten zichtbaar kunnen maken. Beeld: Coen Sweers

Straling voor kunst en archeologie

De eerste stappen werden gezet toen Dik en Luiten elkaar voor het eerst spraken op de SR2A conferentie (Synchrotron radiation for art and archeology) in 2016. “Ik ben een enorme optimist,” lacht Luiten. “Dat moet ook wel om dit soort onderzoeksprojecten van de grond te krijgen en investeerders warm te maken.”

Het hart van de compacte röntgenbron: de koperen lineaire deeltjesversneller. Foto: Bart van Overbeeke

“Het was een geweldig moment toen we, dankzij funding van Interreg Vlaanderen-Nederland en bijdragen van de overheid in 2018 konden starten met ons onderzoeksproject om een compacte machine te bouwen om deze harde röntgenstraling te maken.”

“In eerste instantie dacht ik dat ons dat wel zou lukken in drie jaar tijd. Helaas liepen we uit en kregen we onderweg ook nog te maken met vertragingen vanwege de covid-pandemie. Ook de inrichting van het lab in het gebouw waarin we nu zitten, Qubit, liep behoorlijk wat vertraging op. Dat werkte door in onze planningen.”

Een werkend prototype

In hun lab in de kelder van Qubit staat hij dan: het eerste werkende prototype. Of, zoals Luiten het poëtisch noemt, hun ‘compacte deeltjesversneller’. Hij is anderhalve bij drie meter groot en voor alle zekerheid zijn er loodschotten en betonnen muren geplaatst om de onderzoekers veilig hun werk te laten doen.

Dit is een standaard maatregel in deeltjesversnellerlabs tegen ongewenste schadelijke vormen van straling. Door een slim ontwerp zal dergelijke uitgebreide stralingsafscherming in de uiteindelijke uitvoering niet meer nodig zijn.

In hun lab bouwden de onderzoekers het compacte prototype synchrotron, dat er nu voor het eerst in is geslaagd om harde röntgenstraling te genereren. “Na al die jaren van onderzoek, wisten we dat we er vlakbij zaten”, legt Luiten uit.

“Het was dus steeds spannender aan het worden. Toch is Peter (Mutsaers, red.) nog op vakantie gegaan, en ben ik die vrijdag na wat kantoorwerk gewoon naar huis gegaan.”

We hebben die avond echt zitten genieten in het lab. We hadden een werkende harde röntgenbron. Nu echt!

Hoogleraar Jom Luiten

Peter Mutsaers en Coen Sweers in de control room van de labopstelling van de compacte röntgenbron. Foto: Bart van Overbeeke

De euforie over deze mijlpaal is er niet minder om. “Ids, Coen en ik hebben die avond echt zitten genieten in het lab. In de week daarvoor hadden Coen en Ids met Peter maatregelen genomen om hinderlijke achtergrondruis te onderdrukken. Precies wat er nodig was. We hadden een werkende harde röntgenbron. Nu echt!”

En het mooiste van het apparaat is dat het inderdaad heel gemakkelijk verschillende golflengtes kan genereren, zoals gehoopt. “Gewoon met een draaiknop kunnen wij de golflengte variëren en precies afstemmen op het materiaal of object dat we willen onderzoeken”, legt Luiten uit.

“Dat is wellicht nog waar we zelf het meest verbaasd over zijn. Dit apparaat doet precies wat we met onze modellen en theorie hebben voorspeld. Voor een natuurkundige maakt hem dat stiekem een beetje saai. De puzzel is opgelost.”

Het onderzoeksteam aan het werk in het lab in Qubit. Foto: Bart van Overbeeke

Vervolgstappen

Hoe mooi de werkende proto ook is, het is nog niet het apparaat waar Dik van droomde en waarvoor inmiddels ook andere geïnteresseerden vanuit de medische wereld en de industrie zich gemeld hebben.

Onderzoekspartner en onderzoeksfellow Material Science and Engineering aan de TU Delft zegt daarover: “Wat betreft de toepassing begint het nu pas echt. De komende maanden gaan we aan de slag met de andere partners uit het consortium om de straling precies te kunnen richten op de te onderzoeken materialen, deze op te vangen met geavanceerde detectieapparatuur en de data die zo worden verzameld vervolgens te analyseren. Hier zijn de TU Delft, en de universiteiten van Antwerpen en Gent weer goed in.”

Luiten: “Je kunt immers met die straling niet alleen in schilderijen kijken. Je kunt ook in silicium wafers kijken of alle laagjes en lijntjes op de goede plek zitten. Of bijvoorbeeld, zoals partner Erasmus MC wil, atherosclerose (aderverkalking, red.) vroegtijdig signaleren, of longen onderzoeken met covid-schade. Door de hoge kwaliteit van de röntgenstraling, in vergelijking met huidige röntgenscanners, kun je kleinere onderdelen in een cel of weefsels scherper in beeld krijgen.”

Castricum vult aan: “Daarvoor is er de komende periode nog flink wat werk aan de winkel. Behalve dat we - samen met de onderzoekspartners uit hun – metingen aan materialen kunnen gaan uitvoeren moeten we het maximale uit de bron gaan halen, onder andere door de intensiteit verder te verhogen en de laser- en electronenbundel nog beter te focussen.”

“De volgende stap is om echt een proof of concept te maken. Zodat we met deze bron echt in een schilderij kunnen kijken. Ons werk zit er zeker nog niet op”, besluit Luiten met zichtbaar plezier.

Op naar het volgende spannende hoofdstuk.

Mediacontact

Het laatste nieuws

Blijf ons volgen